Rollen, het spelen van

 

 

Het spelen van rollen zit in het bloed van mensen. Niet alleen op het toneel of in de film, maar ook in dagelijks leven. Het aantal rollen die een persoon kan spelen is enorm gevarieerd en omvangrijk. Binnen de werkwijze zijn met name de volgende categorieën van belang:

1.     Familierollen: Bijvoorbeeld de rol van vader, moeder, echtgenoot, kind, broer, zus, oom, tante, schoonzus, neef en oma.

2.     Beroepsrollen: Bijvoorbeeld de rol arts, metselaar, maatschappelijk werker, docent, manager, advocaat en receptioniste.

3.     Functierollen: Bijvoorbeeld als rol patiënt, cliënt, klant, student, fietser, groepslid, automobilist, koper, wachtende en voetganger.

4.     Groepsrollen: Bijvoorbeeld als rol van moederkloek, opposant, intrigant en organisator.

De meeste personen zijn zich niet bewust van de rollen die zij vervullen, tenzij een of meerdere rollen beperkend werken, te onduidelijk zijn of tegen de wil in worden opgedragen. Zodra de persoon met de inhoud van de rol in problemen komt, bemerkt hij pas de aanwezigheid van de rol op. De structuur van een rol bestaat onder meer uit: verwachtingen, eisen, waarden, voorwaarden, normen, opvattingen, (voor-) oordelen die zowel afkomstig zijn van de persoon, als ook uit zijn (in-) directe omgeving.

 

 

 

Alle rechten voorbehouden aan Gert van Veen en PsychoWerk 2004 (c). Voor meer informatie stuur je een e-mail naar: info@psychowerk.nl