Ontwikkelingsstadia, Sigmund Freud

 

 

Iedere fase heeft te maken met een gebied dat tijdens een bepaalde periode als plezierig, uitnodigend en uitdagend wordt ervaren. De stadia zijn:

1.     De orale fase: 0 t/m 1 jaar. Bij de orale fase draait alles om de mond.

2.     De anale fase: 1 t/m 2 jaar. Bij de anale fase draait alles om het terughouden of uitscheiden van uitwerpselen. Het is het eerste echte conflict tussen de interne primaire instincten en externe eisen. (b.v. toilettraining).

3.     De fallische fase: 3 t/m 5 jaar. Bij de fallische fase proberen kinderen duidelijkheid te krijgen over hun seksuele identiteit. De geslachtsdelen zijn de focus van de aandacht, onder meer het ontdekken wat de verschillen zijn tussen een man en vrouw. Het Oedipus complex voor mannen en het Elektra complex voor vrouwen. Freud was er van overtuigd dat de basisvoorwaarden van de volwassen persoonlijkheid werd gelegd tegen het einde van de fallische fase.

4.     De latente fase: 6 t/m 12 jaar. Bij de latente fase is er sprake van een relatieve rust voor kinderen. Er is sprake van weinig seksuele interesse bij het kind. In plaats daarvan wordt de aandacht gericht op het beheersbaar maken van cognitieve leerprocessen, het ontwikkelen van vaardigheden, het verwerven van voornamelijk vriendschappen met personen van hetzelfde geslacht.

5.     De genitale fase: De genitale fase ontstaat in de puberteit. Wanneer de voorafgaande fasen goed zijn doorlopen, krijgt het kind meer interesse in het andere geslacht en ontwikkelt heteroseksuele patronen en relaties.

6.     De pregenitale fase: Wanneer er onopgeloste moeilijkheden zijn in de pregenitale fase kan de persoon problemen ervaren met de verantwoordelijkheden, taken en rollen van een volwassene. Freud dacht dat zich met name twee moeilijkheden zich konden voordoen tijdens de pregenitale fase, namelijk: excessieve frustratie of overmatige verwennerij. Hierdoor is het mogelijk dat een persoon gefixeerd blijft op een bepaalde pregenitale fase.

Alle rechten voorbehouden aan Gert van Veen en PsychoWerk 2004 (c). Voor meer informatie stuur je een e-mail naar: info@psychowerk.nl