Non-verbaal gedrag, de gebaren en hun betekenis

 

 

1.     De handen: Handen zijn soms druk bewegende lichaamsdelen of soms verstopt  in een broekzak. Handen vertellen de oplettende kijker altijd iets. Handen geven gevoelens weer en tonen stemmingen. Ze vertellen hun eigen interpREBTatie van de gebeurtenissen. Er bestaat geen ontsnapping aan het waarheidlievende gevoel van de handen. Verder is de hand een legaal middel om te voelen, met name wanneer het NIET op intimiteiten gerichte activiteiten betreft. Hoe herken je bepaalde gevoelens en houdingen?

A.          Onzekerheid:

Ø             Houvast zoeken: De handen zoeken letterlijk een houvast.

Ø             Verborgen houden: Iemand heeft zijn handen helemaal met elkaar verstrengeld. De handpalmen zijn geheel afgedekt.

Ø             Niet tot een besluit kunnen komen: Zacht tegen elkaar aan wrijvende vingertoppen geven aan dat een persoon een conflict, uitdaging of discussie liever uit de weg gaat.

A.          Dominant: Een persoon heeft zijn handen op zijn rug. Hierbij rust de ene hand in de andere hand. De persoon is zeker van zijn zaak en voelt zich dominant te opzichte van de anderen.

B.          Schijndominant: Een persoon heeft zijn handen op zijn rug. Waarbij de ene hand de pols of onderarm van de andere hand vasthoudt. De persoon zoekt een houvast bij zichzelf terwijl hij de buitenwereld er van wil overtuigen dat hij zich dominant voelt.

C.          Wapenen: Een persoon heeft zijn handen op de rug waarbij de ene hand gebald is tot een vuist en rust in de andere hand. Dit betekent dat deze persoon op het punt staat om de "ander een slag toe te brengen". Het gesprek bereikt de climax en de persoon wapent zichzelf ertegen. Hij zal het niet toestaan dat de ander hem te dicht nadert en/of zijn grenzen/zones schendt.

D.          Verstoppen: Een persoon heeft zijn handen in de broekzakken verstopt. Hij wil geen positieve of negatieve reactie geven. niet zelden neemt een dergelijk iemand de rol van observator voor zijn rekening. Door de rol van observator te spelen kan hij op dreigende momenten ervoor kiezen om zichzelf aan het gesprek te onttrekken.

E.           Houdingen van de handen:

Ø             Open handpalmen: Dit is een betrouwbare graadmeter of iemand eerlijk is.

Ø             De vragende hand: de hand is met de handpalm naar boven gericht waarbij de vingers min of meer een "kom" vormen.

Ø             De bevelende hand: De hand wijst met de handpalm omlaag alsof de hand iedere opstand van onderuit onderdrukt. Niet zelden vervult de wijsvinger een bijzondere rol door scherp naar een persoon of object te wijzen.

Ø             Buitensluiten: De persoon laat aan anderen de buitenkant van zijn handen zien al dan niet gecombineerd met het dichtknijpen van de ogen. Deze persoon wenst niet dat de andere dichtbij komt. Al dan niet zijn territorium of grenzen schendt. Hij trekt zich in zichzelf terug en ervaart hierdoor een bepaalde immuniteit ten opzichte van de buitenwereld.

Ø             Het stopteken: Tijdens een gesprek heft een persoon zijn hand op, met daarbij de handpalm naar buitengericht. De persoon geeft aan dat hij het 'genoeg' vind.

Ø             Mond bedekken: De hand voor de mond slaan komt vooral bij kinderen voor. Desmond Morris beweert dat leugens een lichamelijke reflectie kennen die wij ervaren als een kriebelend gevoel. Nadat de leugen is vertelt gaat e hand naar de mond, neus of oor toe om te wrijven.

Ø             Boordtrekkers: Wanneer iemand het 'benauwd' krijgt zal hij geneigd zijn om zijn boord van het overhemd (trui of shirt) iets op te trekken.

Ø             Trommelaar: Tijdens een gesprek begint plots een persoon met zijn vingers op tafel te trommelen. Dit trommelen staat voor ongeduld. Een teken dat het gesprek lang genoeg heeft geduurd en dat het tijd wordt voor iets anders.

Ø             Kin-wrijvers: Wanneer een persoon aan zijn kin begint te wrijven, of zelfs een uitgebreide kinmassage uitvoert, dan is dit een teken dat hij zich in een ongemakkelijke situatie bevindt. Het betreft een beslissing die moet worden genomen. Wanneer het masseren stopt kun je er zeker van zijn dat het besluit is genomen.

Ø             Superieur: Je hebt de handen ineen geslagen achter het hoofd. het hoofd leunt bij wijze van spreken tegen de handen aan. je voelt je superieur ten opzichte van de ander. Een andere superieure houding is: een persoon staat langs een muur, een deurpost, een auto en leunt er met een gestrekte arm tegenaan.

Ø             Handen schudden: Door middel van het handen schudden wordt de rangorde van een ontmoeting vastgelegd. het is het meten van elkaars dominantie. De drie posities van de hand zijn: A. als de ander een hand geeft en zijn hand draait naar boven toe, dan is dit een teken van dominantie; B. als de hand van de ander echter onder ligt dan wijst dit erop dat jij de dominantere bent en de ander onderdanig is; C. Als de ander een hand geeft waarbij de handpalmen verticaal tegen elkaar zijn aangedrukt dan betekent dit dat de ander en jij gelijke zijn. Verschillende manieren van handen schudden zijn:

Ø             De handschoen: De ander omgeeft, tijdens het handen schudden, jouw hand met beide handen. het insinueert een enorme hartelijkheid.

Ø             De elleboog- of schoudergreep: De ander schud met een hand jouw hand terwijl de andere hand de elleboog of schouder vastpakt. Hierdoor ben jij beperkt in je vrijheid om te bewegen. Deze greep insinueert hartelijkheid maar bouwt gelijktijdig een afstand in.

Ø             Dichterbij trekken: Je schudt de hand van de ander zonder daarbij duidelijk in contact met de ander te willen treden. ondertussen trekt de ander jou dichterbij. Hij wil wel met jou in contact komen.

F.           Handtekenen: Handen worden ook gebruikt om symbolen, letters (in het geval van een gebarentaal) en korte boodschappen over te brengen. Hier volgen enkele van deze gebaren:

Ø             Het buitenwaartse 'V'-teken: De handpalm is aan het zicht onttrokken terwijl de wijsvinger en de middelvinger een 'V' vormen. De overige vingers zijn gebogen en niet zichtbaar. (van oorsprong heeft het een obscene beledigende betekenis).

Ø             Het naar binnen gekeerde 'V' teken: De handpalm is zichtbaar terwijl de wijsvinger en de middelvinger een 'V' vormen. De overige vingers zijn gebogen en eveneens zichtbaar. Dit is het overbekende victorieteken.(een teken van overwinning).

Ø             Gekruiste vingers: De middelvinger wordt over en rond de wijsvinger geslagen terwijl de andere vingers gebogen zijn en onder de duim worden gehouden. Meestal wordt dit gebaar voor anderen verborgen gehouden.(een teken van bescherming. In delen van Griekenland, Joegoslavië en Turkije is dit het teken van het verbreken van vriendschap).

Ø             De lange neus: Een hand wordt met de duim tegen de neus aangedrukt. De vingers zijn waaiervormig gespreid en wijzen naar boven, waarbij ze soms heen en weer bewegen. In enkele gevallen gaat dit teken gepaard met het uitsteken van de tong. (een teken als gebaar van spot).

Ø             Ooglidtrek: De uitgestrekte wijsvinger wordt midden onder het oog geplaatst en trekt de huid naar beneden door aan het onderste ooglid te trekken.(ik ben op mijn hoede; wees op je hoede).

Ø             De ring: De wijsvinger en de duim raken elkaar met de toppen aan om een cirkel te vormen. De handpalm is naar buiten gericht. de overige vingers blijven enigszins gestrekt en gespreid naar boven wijzen. (staat bekend als het 'oke-teken'; soms wordt het gebruikt om er een opening mee te symboliseren (anus); brenger van geluk, omdat het moet beschermen tegen het Boze oog dat het lichaam wil betreden via de anus of de vagina; de nul, het geeft aan dat iets of iemand niets waard is, dan wel een nul is).

Ø             Het verticale hoornteken: De hand wordt opgehouden waarbij de wijsvinger en de pink recht omhoog staan terwijl de middelvinger en de ringvinger onder de duim zitten. De handpalm is naar buiten gekeerd. (grove belediging en/of vervloeking; oorspronkelijke betekent dit gebaar dat de echtgenoot bedrogen is, later is het een teken van impotentie en stommiteit geworden).

Ø             Het horizontale hoornteken: De hand wordt vooruit gestoken waarbij de handpalm naar de grond wijst. De wijsvinger en de pink steken recht vooruit. De overige vingers zitten onder de duim. (gebaar van zelfbescherming, het diende je te beschermen tegen het Boze Oog, boze geesten of ongeluk in het algemeen).

Ø             De vijg: De hand wordt tot een vuist gebogen waarbij de duim tussen de wijsvinger en de middelvinger naar buiten steekt.(in Europa wordt het doorgaans geïnterpREBTeerd als een seksueel commentaar of belediging (symbool voor de geslachtsdaad; symbool voor de maagdelijkheid of symbool voor de vrouwelijke seksuele prikkeling)).

Ø             De opgestoken duim: De vuist is gebald waaruit de duim verticaal is opgestoken. (betekent oke, in de zin van 'alles gaat goed'; een fallische belediging, in de zin van 'ga daar maar op zitten!').

2.     Armen en benen: Bij armen en benen speelt vooral 'het openstaan voor de ander' een belangrijke rol. Het kwetsbare gebied van de mens reikt vanaf de hals tot aan de genitaliën. Wanneer iemand zich bedreigd of niet op zijn gemak voelt dan zal hij dit kwetsbare gebied afdekken door de armen en/of de benen te kruisen. Enkele veel voorkomende houdingen zijn:

Ø           Gekruiste armen: Wanneer tijdens een gesprek iemand zijn armen over elkaar slaat, dan heeft hij iets gehoord (of waargenomen) dat hem niet bevalt.

Ø           De hand die de arm vastpakt: De zender voelt zich niet op zijn gemak. Is onzeker of voelt zich aangevallen. De persoon zoekt zekerheid en/of steun bij zichzelf.

Ø           Gekruiste benen: Dit is een teken van opgewondenheid en tref je vaak aan bij nieuwe groepsleden. De persoon heeft een beschermende, defensieve houding aangenomen, toch staat hij te popelen om met anderen in contact te komen.

Ø           De 4-houding (= zithouding): Het linkerbeen rust met de enkel op de knie van het rechterbeen. De linkerhand ligt hierbij op de linkerknie terwijl de rechterhand op het rechter dijbeen ligt. De houding impliceert een agressiviteit en strijdbaarheid jegens de spreker(s) in een discussie. (een aanvallende houding).

3.     Staan of zitten: De wijze van staan of zitten maakt duidelijk met wie je in gesprek bent (of wilt komen) en hoe je het contact kwalificeert.

Ø           Het voetenwerk tijdens het staan: Als je met de ander in contact wilt komen dan zal een voet in de richting van die persoon wijzen. Wanneer het contact wordt opgezegd verandert ook meteen de positie van de voet(en). Op het moment dat de desbetreffende personen in gesprek zijn en de voeten elkaar aanwijzen is de gesprekskring gesloten voor verdere invloeden van buitenaf. Wil een derde persoon toch deze cirkel willen verbreken zal dat op een 'ruwe' manier moeten gebeuren.

Ø           Het knieënwerk tijdens het zitten: Wat de voeten doen als je staat, nemen de knieën over als je zit. De knie wijst aan met wie je in gesprek wilt komen, als de knie van de ander dit bevestigt dan is de gesprekskring gesloten. Dit 'bevestigen' kan op twee manieren, namelijk: de ander kopieert jouw gedrag of de knie van de ander wijst naar jou.

Ø           Agressieve houdingen en verleidelijke houdingen: Het verschil tussen beide houdingen is minder groot dan je in eerste instantie mag verwachten. Beide houdingen berusten op het uitdagen van de ander. Bijvoorbeeld: A. Bekken tegenover bekken: Twee personen staan tegenover elkaar. Eventueel wordt deze houding ondersteund doordat de hand in de broekzak is gestopt waarbij de duim aan de buitenkant van de broekzak prijkt. Dit is een agressieve houding omdat de genitaliën openlijk worden benadrukt. Verder zullen de voeten elkaar aanwijzen, het hoofd licht gebogen zijn, alsof men wil zeggen kom maar op. B. De verleidelijke houding: bij deze houding is het bekken ook naar voren gericht. Met al dan niet door de duimen benadrukte genitaliën. Het bekken is bereid om tegen het bekken van de ander aan te gaan staan. het hoofd is licht gebogen alsof het wil zeggen kom maar op, maar dan met een andere ondertoon.

 

 

Alle rechten voorbehouden aan Gert van Veen en PsychoWerk 2004 (c). Voor meer informatie stuur je een e-mail naar: info@psychowerk.nl