Christendom, de feestdagen

De jaartelling van de Christenen begint met de geboorte van Jezus.

1. Kerstmis: op 25 december wordt ieder jaar de geboorte van Jezus gevierd. Het kerstfeest duurt twee dagen en bestaat uit de samenkomst van familieleden met uitgebreide maaltijden en het geven van cadeaus aan elkaar (zeker in de Engelstalige landen).

2. Epifanie: twaalf dagen na kerstmis wordt: ‘de openbaring van de goddelijkheid van Jezus’, gevierd. Het feit wordt herdacht dat de drie koningen (de wijzen uit het oosten) eer en cadeaus brachten aan het kind.

3. Pasen: bij het paasfeest wordt herdacht dat Jezus leefde na zijn dood. Zes weken voorafgaand aan het paasfeest begint de vastenperiode, die de gelovigen moeten laten herinneren aan de 40 dagen dat Jezus in de woestijn heeft doorgebracht. De zondag voor Pasen (palmzondag) wordt de intocht van Jezus in Jeruzalem herdacht. Op de donderdag voor Pasen (witte donderdag) wordt het laatste avondmaal herdacht en op goede vrijdag de kruisiging van Jezus.

4. Hemelvaart: veertig dagen na Pasen wordt herdacht dat Jezus naar de hemel ging.

5. Pinksteren: op de zevende zondag na Pasen manifesteert de ‘helper’ die Jezus beloofde, voor het eerst, te weten: de heilige geest.

6. Maria hemelvaart: de herdenking dat Maria naar de hemel ging.

7. Allerheiligen: de herdenking van de heiligen (1 november).

8. Allerzielen: de herdenking van de doden (2 november).