Toneelspelen, het doel

 

 

Toneelspelen bestaat uit een aaneenschakeling van bewuste handelingen. Je moet zoveel mogelijk proberen om je bewust te zijn waarom je iets op die manier doet en waarom niet anders! Door bezig te zijn met je rol, hou je de rol levend. Intuïtief aan de slag gaan is prima, zolang je maar blijft beseffen dat het risico groot is, dat je niet verder komt dan het reproduceren van tijdelijke successen. Het spel slaat dood, omdat je je niet bewust bent wat je aan het doen bent. Daarom is het van belang om in te zien, dat alles op het toneel een doel heeft, iedere beweging, iedere intonatie, iedere personage, het decor, het licht, het geluid, alles heeft een doel! "Wanneer je op het toneel bent, ren dan niet omwille van het rennen en lijd niet omwille van het lijden. Acteer niet 'in het algemeen' omwille van het acteren; acteer altijd met een doel". (Stanislavski). Je moet dus geen gevoel spelen dat je niet voelt, omwille van dat gevoel. Je moet dus begrijpen hoe een situatie in elkaar steekt, de rol doorleven, of zoals Stanislavski zegt:
 "Probeer nooit jaloers te zijn of te beminnen of te lijden omwille van die gevoelens. Dergelijke gevoelens zijn allemaal het resultaat van iets dat voorafgegaan is. Je moet zoveel mogelijk nadenken over dat wat voorafgegaan is. Het resultaat ontstaat dan zelf. (.....). Je moet geen hartstochten of types nabootsen. Je moet in de hartstochten en in de types leven. De manier waarop je ze speelt moet voortgroeien uit de manier waarop je ze leeft".
 
Opmerking:
1.     Rolinleving staat daarom gelijk aan het bezig zijn met je rol als geheel en niet alleen met de tekst.
2.     Begrijp wat je doet en waarom je dat doet.
3.     Licht iedere situatie, dramatische verhandeling en scène door en bepaal iedere keer opnieuw het doel.
 
 

 

 

Alle rechten voorbehouden aan Gert van Veen en PsychoWerk 2004 (c). Voor meer informatie stuur je een e-mail naar: info@psychowerk.nl