De prins van Wales, de toekomstige koning Edward VII, ging in 1862 vier maanden naar het Midden Oosten. De prins bezocht Egypte, Syrië, het heilige land, Turkije, Libië en Griekenland. Tijdens zijn verblijf in Jeruzalem besloot hij, in een opwelling, om een tatoeage te laten zetten. Het begin van een rage was geboren. Anders dan vandaag de dag werden de tatoeages niet (aan iedereen) getoond.
De man met de tatoeages op de foto is niet de prins van Wales. De mijnheer in het keurige pak wel.