In de 19e eeuw domineerde het wetenschappelijke standpunt dat een vrouw geen seksueel genot kende, dit in tegenstelling tot de man.
Een getrouwde vrouw was voorbestemd om niet alleen het huishouden te bestieren, maar ook om kinderen voort te brengen. En de voornaamste taak van een ongetrouwde vrouw was om zo snel mogelijk te gaan trouwen.
Het idee dat een vrouw met volle overgave de liefde met een man zou bedrijven, was ridicuul. En mocht dit voor komen dan was de vrouw geestesziek en kon zij zonder pardon worden opgesloten.
Het idee dat een vrouw met een andere vrouw de liefde bedreef, was zo mogelijk nog onzinniger. Koningin Victoria liet een wet tegen homoseksualiteit aanpassen omdat zij zich niet kon voorstellen hoe vrouwen met elkaar konden vrijen. Of zoals de koningin het omschreef: de vrouwen waren er niet toe uitgerust.
Het gevolg was dat lesbische paren openlijk en vrij konden leven in het Engeland van de 19e eeuw.
In Nederland lag dit geheel anders. In 1791 kwamen, dankzij de Franse Revolutie, alle wetten die homoseksualiteit strafbaar stelden te vervallen. Dit gold niet alleen voor Frankrijk maar voor alle katholieke landen die de trends in Frankrijk op de voet volgden, denk o.a. Beieren, Luxemburg, België, Italië, Spanje, Portugal en Nederland. In 1811 werd nogmaals in het Franse boek van het strafrecht vastgelegd dat homoseksuele handelingen niet strafbaar waren. En zoals je wellicht weet, was Nederland in die tijd een Franse provincie en was de Franse wet van toepassing.
Hoewel homoseksualiteit in Nederland niet strafbaar was, betekende dit niet dat het leven er voor homo's en lesbiennes er gemakkelijker op werd. Honderd jaar later (1911) werd homoseksualiteit alsnog strafbaar gesteld in de zedelijkheidswet.