GEBOREN IN UTRECHT, GETOGEN IN EINDHOVEN

Gert (1962) is de huisschrijver van de Salon van Weleer.


‘Het is een heerlijk gevoel om een idee vorm te geven en te zien groeien tot een verhaal, een historische detectiveroman, een sprookje, een thriller, of een toneelstuk.’


Het eerste fictieboek, uitgegeven door stichting Gullie, verscheen in 2017 en was meteen de historische debuutroman van Gert van Veen, met in de hoofdrol Belle de Fleurdelis, de eigenaresse van de Salon van Weleer in Utrecht. Het begin van een negendelige boekenreeks en drie losse detectiveverhalen, waarvan het laatste deel in 2021 verscheen. Hierna verscheen er een hedendaagse eigenaardige politieman ten tonele: Harrie van der Voort, die menig misdaad in en rondom Utrecht heeft opgelost, om nog maar te zwijgen over twee Utrechtse sprookjesboeken voor volwassenen, en een boek over de homovervolging in 1730 in Utrecht.


‘Ik ben opgegroeid in een tijd waarin dyslexie een grote onbekende was, ondanks dat de term al in 1887 door de Duitse oogarts Rudolf Berlin werd geïntroduceerd. Het werd domweg niet herkend als een leerstoornis. Zelfs niet door mijn zwager, die onderwijzer was en mij jarenlang wekelijks bijles heeft gegeven. Er werden allerlei kwalificaties en stempeltjes op mij gedrukt: hij doet zijn best niet, hij is lui, hij doet het erom, hij is stikeigenwijs, hij is dom, hij moet maar niet gaan studeren. Ik schaamde mij enorm voor mijn tekortkoming, die nu dyslexie wordt genoemd. Het ergste is dat je als kind en later als tiener gelooft dat de stempels op je voorhoofd waar zijn en je definiëren. Tot overmaat van ramp kreeg ik rond mijn 16e de behoefte om te gaan schrijven. Daardoor ontdekte ik twee, voor mij wezenlijke, dingen: ik was niet alleen intelligent, maar beschikte ook over een levendige fantasie en inlevingsvermogen. Het tweede dat ik ontdekte: ik dacht in beelden, beelddenken. Dyslexie was geen plaag, maar een zegening omdat het mij mogelijkheden bood om woorden, gedachten en gevoelens op verschillende manieren tot uitdrukking te brengen, door het schrijven, fotograferen, filmen en toneelspelen. Maar toch… na al die jaren is de schaamte weliswaar naar de achtergrond vertrokken, om een paar keer per jaar mij te overvallen met de negatieve gedachten van weleer. Dit gebeurt in het bijzonder als iemand mij betrapt op een taalfout en meteen een stempel gaat plaatsen: ik hoef verder niet te lezen, want als je niet eens correct Nederlands kan schrijven… In tegenstelling tot vroeger kan ik mij hier snel overheen zetten. Het verbaast mij alleen dat de sporen van het verleden nooit helemaal worden uitgewist. Een ander effect van de dyslexie is dat ik nooit om een verhaal verlegen zit. Ik hoef maar te gaan zitten, mijn schrijfritueel uit te voeren en ik kan schrijven. Daar ben ik goed in en gelukkig zijn er anderen die de schrijfsels willen redigeren, want ondanks alle moderne hulpmiddelen verdwijnt de dyslexie niet. Het is in de loop van de jaren wel minder geworden, maar nooit helemaal verdwenen. Weet je wat het allerbelangrijkste is: ik geniet van het schrijven en het tot leven brengen van mijn gedachten, ongeacht of het fictie betreft of non-fictie. Het is mijn ontspanning.’


De schrijfstijl van Gert van Veen is verbeeldend en gedetailleerd, waardoor de boeken weglezen als een film.

Interview met Gert van Veen in het Noord-Hollands dagblad, klik hier! 1ste interview met Gert van Veen in het Algemeen Dagblad, klik hier!

Het 50ste fictie-boek in 10 jaar tijd, verschijnt in 2026